Communicatieve ontwikkeling

Leren communiceren

Vanaf de geboorte is er sprake van communicatie tussen het kind en de mensen in zijn omgeving. Aanvankelijk is dat op heel eenvoudige wijze: naar elkaar kijken, voelen (bijvoorbeeld bij het wassen en verschonen) en ruiken. Huilen en lachen zijn ook manieren om te communiceren. Oppakken, troosten of toezingen gebruiken volwassenen om antwoord te geven aan hun kind. Op deze manier leert een kind al heel vroeg wat communiceren betekent: signalen geven, antwoorden en daar weer op reageren. Eerst is dat vanuit het kind nog zonder woorden. Het kind maakt wel geluidjes, maar deze zijn nog zonder betekenis. Vanaf ongeveer 6 maanden kunnen er brabbelgeluiden ontstaan (bababa- wawawa), die langzaam overgaan in geluiden met een betekenis (bijvoorbeeld papa, mama). In deze periode gaan kinderen ook vaak gebruikte woorden begrijpen: samen met de eerste woordjes het begin van de spraak- en taalontwikkeling.